Belasting

Boxen: 1, 2 en 3

Box 1, 2 en 3: zo werkt het Nederlandse boxensysteem voor inkomstenbelasting

Het Nederlandse belastingstelsel verdeelt je inkomen en vermogen over drie verschillende boxen. Elke box heeft zijn eigen regels, tarieven en soorten inkomsten. Begrijpen hoe deze boxen werken is essentieel voor ondernemers, DGA’s en particulieren die optimaal gebruik willen maken van fiscale mogelijkheden en verrassingen willen voorkomen.

Box 1: Inkomen uit werk en woning

In box 1 valt al het inkomen uit werk en woning. Denk hierbij aan salaris, winst uit onderneming (zoals bij een eenmanszaak of vof), pensioen, uitkering, lijfrente, alimentatie en inkomsten uit de eigen woning (zoals het eigenwoningforfait). Ook de hypotheekrenteaftrek wordt hier verwerkt.

Box 1 werkt met een progressief tarief: hoe hoger je inkomen, hoe meer belasting je betaalt. In 2025 zijn er drie schijven:

        Tot €38.441: 35,82%

        €38.441 tot €76.817: 37,48%

        Boven €76.817: 49,5%

Aftrekposten, zoals hypotheekrente of ondernemersaftrek, verlagen je belastbare inkomen in deze box. Ook heffingskortingen worden hierop toegepast.

Box 2: Inkomen uit aanmerkelijk belang

Box 2 is bedoeld voor inkomsten uit een aanmerkelijk belang, meestal wanneer je (samen met je partner) minimaal 5% van de aandelen bezit in een BV of NV. De inkomsten in deze box bestaan vooral uit dividenduitkeringen en de winst bij verkoop van aandelen.

In 2025 gelden hiervoor twee tarieven:

        Tot €67.804: 24,5%

        Boven €67.804: 31%

Let op: voordat je dividend ontvangt uit je BV, is daar al vennootschapsbelasting over betaald. Het effectieve belastingtarief kan dus hoger uitvallen als je alles bij elkaar optelt.

Box 3: Inkomen uit sparen en beleggen

Box 3 is de box voor je vermogen, zoals spaargeld, beleggingen, een tweede woning of vorderingen. Je betaalt hier belasting over het fictieve rendement op je vermogen boven het heffingsvrije bedrag (€57.684 per persoon in 2025).

Het tarief in box 3 is in 2025 vastgesteld op 36%. De Belastingdienst rekent met een verondersteld (fictief) rendement, afhankelijk van de samenstelling van je vermogen (spaargeld, beleggingen, schulden). Je eigen woning telt niet mee in box 3, tenzij het een tweede woning betreft.

Waarom zijn de boxen belangrijk?

Het onderscheid tussen box 1, 2 en 3 bepaalt niet alleen hoeveel belasting je betaalt, maar ook welke aftrekposten en vrijstellingen je kunt gebruiken. Voor ondernemers en DGA’s is het bijvoorbeeld relevant om te weten wanneer inkomen uit de BV in box 2 of box 3 valt, en hoe je vermogen fiscaal het beste kunt structureren.

Kortom:

        Box 1: Werk, onderneming en eigen woning (progressief tarief)

        Box 2: Aandelenbezit van 5% of meer in een BV/NV (vast tarief)

        Box 3: Vermogen, sparen en beleggen (fictief rendement)

Wil je meer weten over de inhoud van dit artikel, neem dan eens contact met ons op voor een vrijblijvend gesprek over jouw persoonlijke situatie.